Cloud repatriation: hoe kiezen tussen publieke en private cloud?

Ook Proximus NXT behandelde intussen al diverse dossiers van bedrijven die hun afhankelijkheid van de publieke cloud terugschroeven. “Alles weghalen is daarbij nooit de opdracht”, zegt Filip. “Bedrijven hebben vandaag meestal ook heel wat cloud-native toepassingen in gebruik, waar er nu eenmaal geen on-prem alternatief voor bestaat.” In de praktijk blijft een hybride omgeving meestal de uitkomst.

“Meer nog, ook de hyperscalers spelen op die situatie in. Microsoft, bijvoorbeeld, biedt een oplossing waarbij je publieke cloud – Azure – combineert met private cloud en het geheel via Microsoft in één enkele control plane beheert. Dat maakt de controle over een hybride omgeving een flink stuk makkelijker.” Verder kan ook performance een reden zijn om deels uit de publieke cloud te stappen. Oplossingen die veel rekenkracht of een locale integratie en een lage latency vereisen, vinden die makkelijker in een private omgeving.

Bedrijven als Dell en HPE – tegelijk belangrijke leveranciers voor de hyperscalers – spelen daarop in. “Dat doen ze onder meer in het kader van AI, waar krachtige machines nodig zijn om LLM’s lokaal te trainen met lokale data. Maar ook die on-prem machines bieden ze intussen via een opex-model aan.” En ook een bedrijf als Netflix – dat per definitie cloud-native is – gebruikt een hybride omgeving, om meer zekerheid te hebben rond capaciteit.

Afstappen van de publieke cloud doe je echter niet zomaar. “Een grondige voorbereiding is absoluut noodzakelijk”, zegt Filip. Die start met de doorlichting van het landschap. “Wat draait waar en hoe complex is dat allemaal? We deden die oefening onder meer voor een importeur uit de autosector. In zo’n complexe, hybride omgeving wil je niet dat het vervangen van één enkele cloudtoepassing de hele organisatie lamlegt. En nogmaals: bestaat er voor elke cloudapplicatie wel een alternatief dat je on-prem kan draaien? Ook dat moet je vooraf goed bestuderen.”

Nauw daarmee verbonden is de analyse van wat er gebeurt met de data. “Een vaak voorkomende vraag is bijvoorbeeld of het de moeite loont om de data uit de publieke cloud weg te halen, maar de verwerking er te laten gebeuren. Mogelijk gaan er zo hoge kosten ontstaan omdat er plots veel meer dataverkeer nodig is.” Het komt er dus op aan goed te bestuderen wat de impact is van elke mogelijke ingreep.

“Zo kom je vanzelf uit bij de drijfveren achter de oefening. Daarvan hangt de beslissing uiteindelijk af: ben je op zoek naar lagere kosten, meer flexibiliteit, enzovoort.” Uit die analyse moet blijken of een terugkeer uit de publieke cloud wel de juiste keuze is.

Eigenlijk zou elke onderneming die oefening moeten doen, aldus Filip, zelfs als cloud repatriation vandaag niet op de agenda staat. “Wat als de prijs van je cloudcontract morgen plots met 20% stijgt? Kun je dan makkelijk van de publieke cloud afstappen?” Want ook al bespaar je er mogelijk mee op de lange termijn, de overstap zelf brengt uiteraard ook kosten met zich mee.

“Wat als de regelgeving verandert en je de publieke cloud voor specifieke taken niet meer kan gebruiken? Het is een goed idee om over na te denken en een plan voor te bereiden. Zo vermijd je dat je last minute belangrijke beslissingen moet nemen.”

Eén van de afwegingen die een bedrijf in de context van cloud repatriation moet maken, is nagaan of het de juiste skills in huis heeft, bijvoorbeeld om een eigen datacenter te runnen. “Wie langere tijd voluit voor de publieke cloud ging, beschikt wellicht niet meer over de specifieke expertise voor on-prem operaties en onderhoud. Maar ook dat is op te lossen, bijvoorbeeld door te kiezen voor een managed service op de installatie die on-prem draait.”

En wat gebeurt er met de flexibiliteit? Biedt een private cloud of een eigen datacenter dezelfde flexibiliteit als de publieke cloud? “Ook dat moet je zeker meenemen in je oefening”, zegt Filip. “Je zou hier kunnen opteren voor de benadering die we kennen uit de begindagen van de publieke cloud. Je draait je vaste workloads dan on-prem, terwijl je in de publieke cloud toch terecht kan voor zogenaamde bursting, om piekmomenten op te vangen.”

In ieder geval: de stap van de publieke cloud naar on-prem neem je beter niet ondoordacht. “Wie voor de oefening staat, moet de risico’s in kaart brengen en een plan ontwikkelen om die risico’s onder controle te houden. Bij de start van een project in de publieke cloud kan een bedrijf maar beter ook een exitstrategie voorzien: hoe snel kunnen we deze workload en de bijhorende data weer weghalen en wat zal ons dat kosten?” De wetgever helpt daarbij alvast een handje. Er is nieuwe regelgeving op komst die de hyperscalers zal verplichten data-extractie eenvoudiger te maken.

De eigenlijke overstap naar een private cloud of on-prem gebeurt bij voorkeur met zo weinig mogelijk downtime. “Dat is zeker een aandachtspunt”, zegt Filip, “maar niets dat een gefaseerde migratie niet kan opvangen.”

En uiteraard kan downtime ook na de migratie nog voor problemen zorgen. “Klopt, maar dat gevaar bestaat evengoed bij de hyperscalers.” Het belangrijkste is goed het globale plaatje te overschouwen. “Je moet over de hele hybride omgeving heen kijken”, besluit Filip, “zodat er na de migratie geen losse eindjes meer zijn. Je wil niet dat er ergens in de publieke cloud nog enkele van de virtuele machines blijven draaien waar je net van af wilde stappen.